Dit is een verslag van en over buurtgenoten die de gemeente Leiden graag willen helpen de reeds bestaande (maar door bezuinigingen en personeelstekort beetje zieltogende) Kruidentuin aan de Ir. Driessenstraat nieuw leven in te blazen.
Geplande werkzaamheden: herinrichting van het centrum van de tuin (het tuinkruidengedeelte) en ordenen en weer opvullen van de zijvakken.
Voorlopig doel: een mooie, weelderige, kleurige tuin realiseren waarin vele soorten vlinders, libellen en bijen zich thuis voelen!

zaterdag 30 mei 2015

De Goudsbloem

De Goudsbloem (Calendula officinalis) is afkomstig uit het Middellandse zeegebied en West-Azië, komt niet in het wild voor maar wordt gekweekt en is ontstaan uit de Akkergoudsbloem.
Rembert Dodoen schreef in zijn kruidenboek anno 1554 al hoe geneeskrachtig de bloemen waren, in 1644 werd ook de geneeskracht van de bladeren genoemd, en zelfs in een Nederlands farmaceutisch boek van 1747 wordt beschreven dat ook de zaden helende krachten hebben.

In het oude Egypte werd de goudsbloem gebruikt vanwege de verjongende eigenschappen, in het oude Griekenland stond de plant symbool voor dankbaarheid en liefdevolle herinneringen. In het christendom werd de goudsbloem gewijd aan Maria.


De Latijnse naam van deze plant Calendula is afkomstig van calenda = kalender: calenda was de naam die men in vroeger tijden gaf aan de 1ste dag van de maand. De soortnaam officinalis is een aanduiding voor een geneeskrachtige plant die al heel lang als zodanig erkend is. De goudsbloem bloeit heel lang door, in het mediterrane klimaat zowat elke maand. In de iconografie is de plant een symbool van rijkdom, maar ook van droefheid en bezorgdheid. Shakespeare verwijst naar deze bloem in zijn boek “Een winteravondvertelling”: “..de goudsbloem die gelijk met de zon gaat slapen, staat ook samen met hem op, en weent..”.
Volksnamen zijn onder andere Capkenskruid, Dodenbloem, Kroningsbloem, Oranjebloem, Vergabloeme, Weerhaantje en Wrattenkruid. 

Bij de Grieken was er de mythe over Clytia en Apollo. Toen de zonnegod Apollo de liefde van Clytia afsloeg en verliefd werd op Loekothoë, vertelde Clytia dit uit jaloezie aan de vader van dit meisje. Voor straf veranderde Apollo haar in een Calendula. Een andere mythe zegt dat Goudsbloemen zijn ontstaan uit de tranen die Aphrodite liet vallen toen Adonis stierf.

Ook in onze Kruidentuin heeft de goudsbloem de hele winter door in bloei gestaan!


Vroeger gebruikte men de goudsbloem als natuurlijke barometer: als de bloem na 7 uur ’s ochtends nog gesloten was dan kon het gaan regenen, maar als ze haar kelk opende tussen 6 en 7 uur, dan zou het een mooie dag worden!
In onze tijd wordt de goudsbloem gebruikt in de keuken om gerechten mee te kleuren, op medisch gebied wordt de bloem op verschillende manieren verwerkt tot olie, zalf, tinctuur en vooral gebruikt tegen allerlei kwalen van de huid.

De goudsbloem is een waardplant voor diverse rupsen en trekt veel soorten insecten aan.

De schoone purper roos
Is hier lydzaamheid;
De blyde, ryke Goudebloem,
Gehoorzaamheyd.


16e eeuw, anoniem

maandag 25 mei 2015

Zandkool (Diplotaxis), kleine of grote?


Sinds er drie winters geleden hevig gepekeld werd op het fietspad dat langs de Kruidentuin loopt, groeit er langs de muurtjes in (en buiten) de tuin Zandkool. Eerst werd het nog regelmatig op veel plekken doodgespoten met het vreselijke Roundup-gif, maar sinds vorig jaar kan het gelukkig ongestoord groeien.
Alleen weten we niet zeker of het hier nu om de grote of de kleine zandkool gaat!

De kleine wordt volgens de boeken 15 tot 40 cm hoog, de grote zou tot 80 cm hoog worden.
De kleine bloeit vanaf mei tot oktober, de grote vanaf juni.
De kleine groeit op stenige, braakliggende grond en dan bij voorkeur tegen muurtjes (vandaar de naam Diplotaxis muralis), de grote (Dipl. tenuifolia, ook wel wilde rucola genoemd) op meer voedselrijke grond.
De zandkool die bij ons staat, is 60 cm hoog en groeit tegen de betonnen paaltjes aan tussen de steentjes van het pad. Het bloeide al in april, maar het was een uitzonderlijk zachte winter, dat wel.


Maar goed, welke van de twee het ook is, het blad is weliswaar eetbaar maar er groeien er maar een paar, het is bovendien een waardplant voor het kleine en grote koolwitje en dus blijven we er vanaf en kopen onze rucola gewoon bij de buurtsuper!

De Moerbeiboom bloeit!









Midden in de Kruidentuin staat een fraaie Moerbei. Zittend op een bankje (om vlinders te tellen) zag ik opeens dat de boom in bloei stond!
Dat heb je namelijk als je steeds aan het tuinieren bent; af en toe vergeet je om niet alleen naar de aarde te kijken maar ook eens naar boven!
Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik de bloemetjes nog nooit eerder had gezien..., en dus was ik aangenaam verrast.

Deze Moerbei is een zwarte, de Morus nigra. Afkomstig uit Iran en Armenië, ingevoerd sinds de Middeleeuwen. De vruchten (al duidelijk zichtbaar) rijpen van juli tot september. Ze zijn eerst groen, kleuren dan rood en worden bij volledige rijpheid zwart, en smaken dan heerlijk zoetzuur. Als ze rijp zijn, zijn ze heel zacht en lastig te plukken; het sap stroomt er makkelijk uit en kan donkerrode vlekken op handen (armen) en kleding achterlaten.

De Moerbei groeit langzaam en draagt pas vruchten als hij 6 jaar of soms nog ouder is. De boom kan wel 100 jaar (of meer) worden als hij op de juiste plek staat: niet te nat, enigszins beschut en bij voorkeur in de volle zon.
Een Moerbei kan wel 10 meter hoog worden maar is goed te snoeien en wordt vaak als leiboom gebruikt.

De Moerbei: Een bijbelse, symbolische en mythische boom. Volgens de Bijbel (1 Samuel 5:24 en 1 Kronieken 14:15) een boom waar God zich bij tijd en wijlen in schuilhoudt, volgens de planten-folklore ook een schuilplaats voor boze geesten - 'onder de moerbeiachtigen bevinden zich de Judasboom, de Verwenste Vijgetak en de Duivelsboom' - volgens weer een andere legende bleef een aantal volgelingen van Lucifer hangen in een moerbeiboom toen ze uit de hemel waren geworpen en volgens een bekende Griekse mythe zijn de moerbeien donkerrood tot zwart van kleur door het bloed van de geliefden Pyrramus en Thisbe die zich door een ongelukkig misverstand onder een moerbeiboom in het zwaard wierpen.

'De moerbeitoppen ruisten;'
God ging voorbij;

Beets

woensdag 20 mei 2015

Boomblauwtje

Het boomblauwtje, hier gezeten in de kruidentuin op een blad van de Nepeta, is een klein vlindertje met (bij het vrouwtje) zwarte randen langs de blauwe vleugeltjes; het mannetje is helemaal blauw.
De onderkant van de vleugels zijn zilverwit met kleine, zwarte stipjes.
Dit vlindertje voelt zich het meest thuis in en rond bomen en struiken, en daar hebben we gelukkig genoeg van in onze kruidentuin! We hebben dan ook al in april de eerste boomblauwtjes mogen begroeten; rondfladderend tussen de takken van de hulstboom. Nu is dat niet zo verwonderlijk, want naast de klimop en vlinderstruik, is de hulstboom een geliefde waardplant van het blauwtje!
Deze vlinder leeft slechts 14 dagen, maar kan grote afstanden vliegen voor het vinden van een partner, en legt 40 tot 70 eitjes, en dat dan 3 generaties per jaar (afhankelijk van het weer). De laatste generatie overwintert als pop in het afgevallen blad van de waardplant, en dat betekent dat wij komend najaar NIET de klimop zullen snoeien en het blad van de hulst NIET zullen mogen verwijderen (deden we trouwens toch al niet).
Afgelopen maanden (april en mei) werden er in Zuid-Holland 22 boomblauwtjes geteld, landelijk waren het er 189 (bron: Vlindernet).


Geel Nagelkruid

Geum urbanum (geel nagelkruid of gewoon nagelkruid) is een in de Benelux vrij algemeen voorkomend kruid. Deze plant bloeit vanaf mei tot ver in de herfst en vormt op nagels lijkende weerhaakjes van de vruchtjes. Echter, hieraan heeft het kruid niet zijn naam te danken, maar wel aan de geur van de wortel, nl. de stof eugenol die ook in kruidnagels voorkomt! Dit eugenol is een desinfecterende, plaatselijk pijnstillende stof, doch kan, wanneer het in  grote hoeveelheden wordt gebruikt, gevaarlijk zijn. (Het bij kiespijn kauwen op kruidnagels werd vroeger vaak gedaan, maar misschien is het toch maar beter om op tijd naar de tandarts te gaan…)



In de Middeleeuwen werd nagelkruid gebruikt om kruidenwijn uit te brouwen; ook werd het toegevoegd aan bier om te voorkomen dat het zuur zou worden. Gedroogde wortels en verse (voor de bloei) geplukte bladeren werden vroeger als aftreksel gebruikt tegen maag- en darmstoornissen, diarree en ontsteking.
De bladeren kunnen, als ze voor de bloei geplukt worden, gebruikt worden in salades en soepen.

De zaden (met weerhaakjes) blijven makkelijk in de vacht van dieren haken, dus dankzij onze katten groeit het nagelkruid nu door de hele tuin en zelfs ook tussen de stoeptegels in de straat verderop!
Nagelkruid trekt veel bijen en vlinders aan dus dit kruid past prima in onze tuin, al moet het wel in toom gehouden worden omdat het zich snel uitbreidt!

zondag 17 mei 2015

Wie wil er een stekkie?

Schijnaardbei, smakeloos!

De Potentilla indica (een ongewenste ganzerik...).
De schijnaardbei komt oorspronkelijk uit de gematigde streken van Oostelijk Azië en is een onopvallend plantje. Het werd ooit als sierplant ingevoerd en lijkt, als het niet bloeit, sprekend op de bosaardbei. Deze laatste heeft echter witte bloempjes en de vruchtjes ervan zijn smakelijk, de bloemen van de schijnaardbei zijn geel en de vruchten zijn droog en smakeloos.
De schijnaardbei breidt zich snel uit en komt thans in bijna geheel Nederland voor, vooral in parken, plantsoenen en tuinen.
Vak D van de Kruidentuin staat er vol mee, en dat niet geheel tot ons genoegen.


Het breidt zich via zijn korte uitlopers snel uit en smoort als uitstekende bodembedekker elk ander plantje dat het op zijn weg vindt. De gele bloemetjes met hun “boterbloemachtig” uiterlijk zijn weliswaar schattig om te zien, insecten komen er niet of nauwelijks op af. Als we deze plant zijn gang laten gaan, groeit er in vak D spoedig niks anders meer.

We zullen deze exoot derhalve binnenkort flink moeten gaan aanpakken!

Muurleeuwenbek

Foto: Hans Adema


Langs de binnencirkel van de kruidentuin staat tegen het muurtje een mooie pol muurleeuwenbek. De muurleeuwenbek is één van de mooiste muurplanten van Nederland, die van de vroege lente tot laat in de herfst bloeit. De plant is echter oorspronkelijk niet inheems. Het areaal beperkte zich vroeger tot het noorden en midden van Italië, Slovenië en Kroatië. Maar vanwege de mooie bloemen is de plant al vroeg op veel plaatsen ingevoerd en ingeburgerd. De eerste muurleeuwenbekken werden begin 17e eeuw in Nederland gekweekt en wel in Delft. Van nature is het een rotsplant, die zich in onze stenen steden uitstekend op zijn plaats voelt. De plant heeft aan dunne spleten in muren genoeg om zich te vestigen, maar verdwijnt op veel plaatsen helaas door restauratiewerkzaamheden waarbij hard cement, zoals Portland cement gebruikt wordt. Portlandcement is giftig voor de meeste muurplanten. Een heel leuke aanpassing aan zijn steenmilieu is de verspreiding van de zaden. Zodra deze rijp zijn, kromt de vruchtsteel zich zo dat de zaden in muurvoegen of spleten gedrukt worden. De zaden die op de grond vallen worden door mieren versleept, ondanks het feit dat ze geen ‘mierenbroodje’ hebben. 

Hans Adema

mierenbroodje zelfst.naamw. [plantkunde] aanhangsel aan zaden of vruchten van sommige plantensoorten, dat als voedsel kan dienen voor mieren Bron: Wikiwoordenboek 

Foto: Hans Adema

zaterdag 16 mei 2015

Smeerwortel

foto: AK, kruidentuinleiden
De gewone smeerwortel (Symphytum officinale) is een vast plant uit de ruwbladigenfamilie.
Vorig jaar hadden we twee stuks "gejat" uit een volkstuin, maar deze werden helaas vertrapt door de bomensnoeiers...
Toen we dit voorjaar het beheer kregen over de gehele tuin, vonden we dat deze plant opnieuw in een zijvak moest komen te staan, vooral omdat het een vroege bloeier is en de hommels dol zijn op de nectar ervan! (De hommel bijt aan de achterkant van de bloem een gaatje om zo bij de nectar te komen; Jac. P. Thijsse noemde dit "diefstal na inbraak".)
De gewone smeerwortel komt algemeen voor in ruigten, bermen, op dijken en bij slootkanten. Dit geldt voor heel Europa, met uitzondering van het hooggebergte.
De oude Grieken en Romeinen maakten al zwachtels van de wortels om daarmee botbreuken en gewrichtsontstekingen te behandelen. In de wortel zit namelijk allantoïne, dat beschadigd weefsel tot vorming van nieuw weefsel zou prikkelen en celdeling zou stimuleren. N.B.: gebruik op open wonden kan echter leiden tot onderhuidse ontstekingen!
De stof allantoïne komt in de natuur ook voor in tarwekiemen en wordt veelvuldig gebruikt in de cosmetische en farmaceutische industrie.

De Smeerwortel wordt 40 tot 60 cm hoog en bloeit met witte, roze of paarse bloemetjes van april tot augustus. De klokvormige bloemen zijn 2 tot 4 cm groot.
Veel tuinders beschouwen dit kruid als ongewenst, wij dus niet; het is namelijk een prima nectarleverancier voor insecten en bovendien ook een waardplant voor vlinders!

Annemarie Kemp.

(Bronnen: Wiki en "Kruidengeheimen")

vrijdag 15 mei 2015

Bezoek op Hemelvaart: lekker lezen uit onze mini-bieb!


Dringend verzoek!


Van kruidentuin naar keuken!

Daslook:
Van het jonge blad van de plant kun je uitstekend pesto maken, maar ook de bloem is heerlijk in bijvoorbeeld een salade!

We hebben onder de daslookplanten worteldoek ingegraven, omdat het nogal kan gaan woekeren... Maar de plant zaait zich ook gemakkelijk uit, dus: in de gaten houden!



Benodigdheden:
120 gram daslook,
3 tenen knoflook,
100 gr. Pijnboompitten,
100 gram parmezaanse kaas,
zout en peper.
2 á 3 dl olijfolie.

Bereidingswijze:
Alle ingrediënten, behalve de olijfolie, bij elkaar in een mengbeker pureren. Beetje bij beetje de olijfolie toevoegen. Voldoende voor 1 jampot.Onze Pasta" maakt nu ook d
Recept daslookpesto (gebruik jonge blaadjes):


Bieslook:

Behalve het groen van de bieslook, zijn ook de bloemetjes lekker in een salade! Wel bescheiden blijven met de hoeveelheid want het is vrij scherp van smaak.

donderdag 14 mei 2015

Nieuwe kruiden...

 Op 13 mei zijn er weer nieuwe kruiden geplant; we willen straks geen grote, kale plekken hebben!
De vraatzucht van de slakken hebben we helaas niet helemaal in de hand...
 Diverse basilicumsoorten, allemaal eetbaar. Helaas bestaan er nog geen winterharde soorten!















De Digitalis (vingerhoedskruid) is inmiddels verplaatst. De verstekeling te laten opgroeien tussen de keukenkruiden, leek ons namelijk geen goed idee...



dinsdag 12 mei 2015

In bloei op 12 mei

 Witte damastbloem (de blauwe nog niet) in vak U.
 Ook vak U: de korenbloem.
 Engels gras (vak U)
 Ooievaarsbek, vak D. Voormalige potplant!
 Tijm in de kruidenbak.
 Ooievaarsbek in vak H.
 Liggende ereprijs in vak V en kruidenbak.
Spinnenbosje!

Tweede week mei


 In de Kruidenbak staan nu verse peterselieplantjes.
 De nieuwe dragon blijft nog wat dunnetjes!
Vak H (Huizenkant) moet ook nog wat meer groen krijgen...

















 Overgebleven goudsbloemen!

 Jarenlang in een pot gestaan, nu in de tuin. Wie weet de naam van deze geranium?
 Oude wortelstokken verwijderen is een zware klus...
 Maar met vereende krachten:
Eindelijk!

Een "verstekeling" in de Kruidenbak.
Wie herkent deze plant?

Op de verschillende tuindagen zagen we weer een aardig aantal vlinders:
koolwitjes, boomblauwtjes en voor het eerst dit jaar weer muntvlindertjes!

Verloop 1e week mei

 Vak U (Uiterstegracht) lijkt nog leeg, maar de planten die er staan zullen nog flink groeien. We moeten geduld hebben...

 En af en toe een stevige regenbui...
 De paarse Basilicum (midden) in de kruidenbak is bijna totaal verdwenen. Slakkenvraat!
 Op het lege stuk naast de bieslook wordt elke dag gepoept door 2 honden, zeggen diverse getuigen. Er staan nu nog geen planten, maar de dame die haar blafbeesten hier uitlaat, krijgt binnenkort een waarschuwing.
 Het komkommerkruid is ernstig aangetast door meeldauw. Dit komt doordat de planten onder de bomen staan, en als het geregend heeft drupt het nog lang na zodat de planten niet snel genoeg kunnen drogen. Dit kruid houdt dus niet van langdurige nattigheid. We hebben de zieke planten verwijderd; gelukkig groeien er op andere (meer geschikte!) plekken in de tuin nieuwe plantjes! Want komkommerkruid is in een Vlindertuin een must!
 Het Zenegroen doet het overal erg goed. Er staan twee soorten rond de boom: een blauwe en paarse variant.
 Op twee plekken in vak U staat de Griekse Alant. Deze kan met zijn gele bloemen (vanaf juli) zo'n twee meter hoog worden!
In hetzelfde vak ook 2 groepen Dropplanten. Deze zullen een meter hoog worden volgens de boeken, en krijgen ook in juli blauwpaarse bloemen.

donderdag 7 mei 2015

Weekend 2 en 3 mei

 Weekend 2/3 mei: ongewenst kruid verwijderd en compost gestrooid.
Uitgezaaide Oost-Indische Kers in potjes en potten gezet.

En nog wat planten erbij gezet...
Daarna kwam er eindelijk een hoop regen...

Bezoekende vlinders:
Een Atalanta, diverse koolwitjes en een Boomblauwtje!